23. mei, 2016

Tekst

De placemats zijn op tafel, het bestek ligt erop en het drinken is al uitgedeeld. Nu is het alleen nog wachten tot iedereen zijn bord met eten krijgt en kop met groentesoep. Aan één van de tafels zit een wat gezette vrouw van rond de 50 met een gezicht waarvan de afkomst rechtstreeks van de Inca’s lijkt af te stammen. Met een stuurse blik en donkere ogen die alle kanten opschieten houdt zij alles in de gaten. Haar naam is Marequita.

“Mag ik naar bèèèèd?” zegt zij met een Spaans accent.
“Nee, Marequita. We gaan eerst lunchen. Daarna mag je naar bed.”
“Maar ik wil naar bèèèèd!” roept Marequita nu iets harder.
“Marequita, even rustig. Je gaat eerst eten. Daarna brengen wij je naar bed.“
“Wie brengt mij naar bèèèèd?” Marequita wordt nu nog luidruchtiger.
“Je moet nu stil zijn, Marequita.” De verpleegkundige kijkt mij met een schuin hoofd aan en zegt dat het beste is om haar voor nu maar even te negeren.

Opeens klinkt er een hard schril geluid van een papegaai. Lieve help, er is een papegaai ontsnapt. Ik kijk om me heen. Hebben ze die hier ook?

Het is Marequita. Er volgen nog wat andere tropische vogelgeluiden.

“Jij bent mòòòi.” zegt Marequita en kijkt naar mij. Ik besluit om naar haar toe te lopen en leg mijn hand op haar schouder. “Marequita, ik breng je zo naar bed, maar eerst moet je je eten op eten en je drinken op drinken.”
“Eèècht? Oké.” Marequita lijkt het met mij eens te zijn en begint te eten.

Na de lunch lopen Marequita en ik arm in arm op weg naar haar kamer. Voor de deur in een nisje staat een foto van een vrouw in badpak op een strand, het lijkt de Copacabana, met een grote strohoed. De vrouw ligt erbij als playmate, maar qua uiterlijk een heel aantrekkelijke vrouw. Ik vraag mij af of het haar dochter is.

Marequita zegt dat zij eerst moet poepen en vraagt of ik erbij wil blijven. “Natuurlijk lieverd, geen probleem.” zeg ik. Nadat ik haar heb geholpen met haar toiletbezoek stapt Marequita in bed. Als een klein meisje kijkt zij mij met grote ogen aan. Ik pak de extra deken en dek haar moederlijk toe. “Lig je lekker Marequita?” vraag ik. Tevreden knikt ze. Haar ogen vallen al bijna dicht. Ik geef haar nog een aai over haar schouder, zeg welterusten en sluit zachtjes de deur.

“Waarom is Marequita eigenlijk hier?” vraag ik aan de verpleegkundige. “Ze lijkt mij nog zo jong. Ik zag de foto van haar dochter bij de deur. Zo, die heeft de bloemetjes wel flink buiten gezet denk ik.”

“Maar weet je dat dan niet?” zegt de verpleegkundige. “Je moet eens met haar naar haar fotoboeken kijken. Daar staat zij met allemaal bekende mensen op. De foto in het nisje is zijzelf. Marequita was een bekend fotomodel en heeft het korsakovsyndroom.”

Thuis besluit ik Marequita op te zoeken op google. Ik vind een foto van haar waar zij haar armen om de nek heeft geslagen van een knappe door de zon gebruinde blonde jongeman met golvend haar, zwarte Rayban zonnebril en gekleed in een wit zomers linnen pak. De man staat met een mooie jonge vrouw met een volle bos donkere krullen, grote bruine hertenogen, benen tot het einde van de hemel en een stralende witte glimlach.