14. aug, 2017

Tekst

Vandaag komt er een nieuwe vrijwilliger. Een meisje van 17 jaar besluit dat zij vrijwilliger wilt worden op een psychogeriatrische afdeling bij een verpleegtehuis. Hoe bijzonder is dat!

Wij hebben afgesproken dat zij de eerste paar keren met mij meeloopt, omdat zij tot op heden geen ervaring heeft met mensen met dementie.

 

Voor de lunch is er verse pizza gebakken. Wij beginnen met mevrouw Mikhaila, het kleine Russische vrouwtje die moet worden geholpen met eten. Voorzichtig snijdt de nieuwe vrijwilliger de pizza in kleine stukjes. Dan niest mevrouw Mikhaila, snot en pizza lijken er tegelijkertijd uit te komen. Ik kijk naar de nieuwe vrijwilliger, gelukkig lijkt zij niet al te geschrokken. Dan beginnen de neusvleugels van mevrouw Mikhaila te bewegen. Ik weet wat dit betekent, zij heeft genoeg pizza gehad. Het wordt tijd voor haar favoriete eten: witte boterhammen rijkelijk ingesmeerd met jam. Tevreden eet zij alle stukjes op. Mevrouw Mikhaila legt haar hand op de arm van de nieuwe vrijwilliger terwijl zij verder eet. Het is best een ontroerend tafereel.

Ik vraag aan de nieuwe vrijwilliger of zij kaartspelletjes kent. Gelukkig kent zij er een aantal, omdat zij tijdens de zomervakantie als vrijwilliger in een ziekenhuis in Nepal met andere vrijwilligers een hoop kaartspelletjes heeft gespeeld. Mooi, denk ik, dan gaan wij even langs bij meneer Keizer. Die houdt ook erg van kaartspelletjes, maar zelf geeft hij ook aan dat hij moeilijk vindt om de spelregels uit te leggen. Ik klop op de deur.
“Jaaa, wie is daar? Oh, wat leuk. Kom jij je dochter voorstellen?” vraagt meneer Keizer.
“Eh nee. Dit is onze nieuwe vrijwilliger. Specialist in kaartspelletjes. Wij komen een potje kaarten.” glimlach ik.
“Bridge? Ik speelde vroeger altijd bridge. Ik was ook lid van bridge club.” zegt meneer Keizer.
De nieuwe vrijwilliger legt een ander kaart spelletje uit, het heet ‘drieën’ en begint de kaarten te schudden. Vol bewondering kijkt meneer Keizer naar het schudden van de kaarten.
“Zo, dat je vaker gedaan, dan kan ik zien hoor. Ik was vroeger lid van een bridge club.”
Het tweede potje wint meneer Keizer en speelt briljant met een joker uit.
“Wij moeten nu gaan hoor, meneer Keizer. Wij moeten weer verder werken en even helpen met het borreluurtje.” zeg ik.
“Was gezellig hoor, tot snel!” zegt meneer Keizer met een brede glimlach, terwijl hij de deur achter ons sluit.

“Wat is er met meneer Keizer? Hij is helemaal overstuur. ”
“Geen idee, wij zijn net bij hem langs geweest en hebben gekaart. Hij leek heel erg in zijn nopjes.” zeg ik terwijl ik kijk naar het ietwat verschrikte gezicht van de nieuwe vrijwilliger.
“Oh, vandaar. Hij vertelde net dat zijn zoon op bezoek is geweest en dat het zo gezellig was.” zegt de verpleegkundige.

Als we een klein uurtje na het bezoek aan meneer Keizer langskomen bij zijn kamer met de trolley met lekkere cakejes en worst opent hij de deur in zijn pyjama. Het is donker in zijn vertrek en alle gordijnen zijn gesloten.
“Ik lig nu in bed en ik ga slapen. Kom de volgende keer maar langs.” zegt meneer Keizer terwijl hij de deur voor onze neus dichtslaat.